Eén perfecte dag – fijne reacties

  • Ik heb mij geen moment verveeld. Ik hoop dat je blijft schrijven want je bent een geboren schrijfster. Welgemeend proficiat.
  • Ben daarnet begonnen in je boek.. zalig.. zo meeslepend.. Genieten..
  • Ik heb je boek in 1 trek uitgelezen. Wat heb je dat prachtig geschreven. Een hele dikke proficiat! 👍
  • Het boek is nog niet uit maar ik lees het zo graag 🤗 Echt mooi geschreven, ben benieuwd naar het einde.
  • Ik heb je boek gedownload en heb het in twee dagen uitgelezen. Wow zo goed gedaan!! Ik hoop dat iedereen zoveel van je boek geniet zoals ik 👌😃
  • In elk geval was het heel vlot leesbaar proficiat je bent een toffe schrijfster Nadine. Op naar een volgend avontuur?? 🤔
  • Het was mooi, leek wel een beschrijving van mijn leven, bedankt voor een mooi boek!
  • Ik heb al een stukje gelezen en jawadde, die paar pagina’s en slorpt me op.

Het boek is beschikbaar als paperback in de boekhandel en online, en in de ebook webwinkels.
Ook via https://www.inter-actief.be/een-perfecte-dag-van-nadia-lang/
Woon je in Oostende en omgeving en had je graag een gesigneerd exemplaar? Stuur mij een pb.

Een voorproefje

    ‘Nora, heb je zin om op 1 november mee naar Engeland te gaan?’, vroeg Tom enkele weken later. ‘We nemen vanuit Oostende de ferry naar Dover en we gaan shoppen in Londen. Uit zijn mond klonk het als de gewoonste zaak van de wereld, alsof we even uit lunchen zouden gaan tijdens de middagpauze, terwijl het voor mij weer een heel nieuwe ontdekking was. Zijn voorstel klonk mij dan ook als muziek in de oren.  ‘Het Britse pond staat heel laag en we kunnen echt koopjes doen,’ beweerde hij. Met de ferry naar Dover, shoppen in Londen, het duizelde een beetje in mijn hoofd. Die kans wilde ik niet laten lopen en ik vertelde mijn argeloze echtgenoot George dat mijn chef mij meegevraagd had naar Londen.

     Het was grauw, mistig en koud toen we die ochtend heel vroeg van Antwerpen naar Oostende reden. Het voelde wat onwennig samen in de auto, maar de talloze cassettebandjes met zijn favoriete, gevoelige chansonniers overbrugden de stilte. Af en toe keek hij me glimlachend aan. 

     In Oostende was er een ware overrompeling aan de ferry terminal. Ondanks het gure weer stonden lange rijen, op koopjes beluste, mensen met lege koffers te dringen voor een plaatsje op de boot naar Dover. Tom werd onrustig, blijkbaar had hij een hekel aan drukte of was hij heel ongeduldig. Het was duidelijk dat hij zich hier zo snel mogelijk uit de voeten wou maken.  ‘Zullen we gewoon in Oostende blijven?’ stelde hij kortweg voor. 

     Als kind was ik hier wel eens op vakantie gekomen, er woonden verre familieleden. Al begreep ik geen spaander van hun taaltje, het was familie en dat schept een band. Dus ja, ik wilde Oostende wel leren kennen.

     Maar Tom vroeg niet echt naar mijn mening en verliet resoluut de ferry terminal. Even later liepen we langs de vissershaven met talloze restaurantjes en viskraampjes. De meesten waren gesloten, want het was nog erg vroeg. Aan de einde van de Visserskaai liepen we het houten staketsel op, vanwaar je de skyline van Oostende kon zien. Maar die dag hield de stad aan zee zich schuil in een mistroostige nevel van motregen, die als een damp boven de aaneengesloten muur van appartementsgebouwen hing, en de hoogste verdiepingen in een grauwe sluier verborg. De onaangename noordenwind verhoogde nog het koude gevoel. 

     Hij leek gehaast, liep met grote passen, ik kon hem amper bijhouden. Aan het einde van de pier, leek het alsof we midden op zee waren. Daar bleven we staan in de ijzige kou. In de haven zagen we de Prinses Marie-Christine liggen, een van de ferryboten, waar achteraan auto’s aan boord reden en aan de zijkant lange rijen voetpassagiers de loopbrug op gingen. 

     Toms ondoorgrondelijke blik stond op oneindig. Met zijn hoofd tussen zijn schouders getrokken, staarde hij over de deinende golven van de Noordzee. Terwijl hij de kraag van zijn jas omhoog trok, bestudeerde ik zijn knappe gezicht en vroeg me af wat er achter die bedrukte blik schuilging. In zijn gelaatstrekken meende ik verdriet te herkennen, zijn gezicht was getekend als van een oude man al had hij geen rimpels of groeven. Misschien was hij moe van het leven zelf. Hij was amper dertig, zeven jaar ouder dan ik dus, hij was gescheiden en had een dochtertje van twee. Duizend vragen spookten door mijn hoofd maar bleven in mijn keel steken en kwamen niet over mijn lippen. Mijn hart liep plots over en op dat moment besliste ik dat ik deze zwijgzame man gelukkig wou maken. De miezerige motregen was inmiddels een ijsregen geworden en het was wreed koud. Ik zocht aarzelend zijn hand die de klamme houten reling van het staketsel stevig omklemde. Hij keek me aan met die donkere, onpeilbare ogen en we warmden elkaars ijskoude handen. Toen ik zijn blik beantwoordde, was het alsof we zonder een woord te spreken een pact sloten, een pact voor het leven en ik wist dat ik hier en nu onherroepelijk verliefd geworden was. 

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.